De eerste eigenaar van een Dartsailer 30

De Dartsailerclub heeft een aantal bijzondere leden. Zo heeft een van de leden, Dick Boersma, ruim 35 jaar geleden zijn Dartsailer 30 gekocht van de werf Holland Boat Company. Hij is dus nog de eerste eigenaar. Hieronder een relaas over de keuze en aanschaf van zijn Dartsailer, gevolgd door een serie interessante afdrukken uit het archief van hun schip.

Onze CHRISTINA

Dit jaar is het 35 jaar geleden dat wij onze Dartsailer aanschaften. Destijds al vroegen velen van onze familie en vrienden zich af: Waarom een motorzeiler en dan nog zo’n nieuwe, peperdure?

Misschien is er wel een verband met een gebeurtenis lang geleden in de vorige eeuw. In 1925 namelijk vond “De  Friesche Wimpeltocht” plaats uitgeschreven door de ANWB en te beschouwen als een voorloper van de elfstedentocht. De “grote schouw” van de familie met een bemanning, waaronder  4 ooms van de schipper van de Christina, werd ingeschreven en maakte in 7 dagen de hele tocht. Let wel zonder enige vorm van mechanische voortstuwing maar door zeilen , jagen en bomen; slapen in een tent op de wal of bij een boer in het hooi, koken op de primus. Er werd nog jaren over gesproken!

Tegen die achtergrond was het niet vreemd dat de jonge Dick Boersma zich veel later met een klein schouwtje op de Boorne de kunst van het zeilen eigen maakte. Kort daarop werd de door Canadese militairen achtergelaten tent met gordijnkoorden op het bootje geknutseld en kon, waarschijnlijk met nog de primus van de Wimpeltocht het kamperen tussen groene weilanden en uitgestrekte rietkragen beginnen. Jarenlang werd met de schouw en later een grote BM en één of meerdere vrienden het gehele merengebied bevaren.

Ik zou deze vorm van vrijetijdsbesteding eigenlijk geen “watersport” willen noemen maar een “een vrij zijn” in de Friese water-natuur die je door overdracht van de vorige generatie hebt meegekregen.

Na een aantal jaren met prioriteiten rond studie, carrière en een jong gezin komt die oude wijze van genieten, op of aan het water, weer boven. Gelukkig, en dit kan niet genoeg worden benadrukt, had de oud-wedstrijdroeister van Nautilus en naamgeefster van de toen nog niet voorziene Dartsailer daar alle begrip voor.

Maar hoe de ontluikende plannen meer vorm te geven? Het zoeken richtte zich tenslotte op een boot met een bepaalde (eigen) stijl, comfortabel, niet te diep stekend, zeewaardig genoeg om van vanuit een Markermeer- of Gooimeerhaven in staat om vlot het Friese merengebied te bereiken. Laat ik niet alle bezochte werven en bekeken schepen noemen, hoewel, die Westerdijk zeeschouw raakte toch wel een gevoelige snaar. Maar te duur en zelf betimmeren uit oogpunt van efficiëntie niet realistisch.

Een folderblad van de 7meter80 lange polyester Krammer AK deed ons toch maar eens de Eistawerf bezoeken. Een beetje eigenzinnig model maar volgens onze maatstaven niets op aan te merken; een prima vakantieboot. Zomer 1972 vanuit Spakenburg op de motor naar Friesland! Een jaar later mast er op, onder zeil, en een Leucothea erbij voor de kinderen. Weer later de Waddenzee op: Harlingen, Ameland, Lauwersmeer; een fantastisch scheepje, maar voor het echte zeilwerk verlijert de boot toch te veel en is hij bij harde wind loefgierig!

In 1975 staat op de Hiswa een model van de Dartsailer 30 en een jaar later 2 schepen: een sailer en een motorkotter. Wat een prachtige door De Vries Lentsch ontworpen schepen! De teakhouten stuurhut met parketvloer, de royale gangboorden, 4cylinder Perkins, hydraulische besturing, uitgebreide en keurig uitgevoerde elektrische installatie met 2 accu’s en niet te vergeten: het dubbele bed. Vol trots vertelde van der Meijden over de bouw en, op het voordek, over de door hemzelf ontworpen inrichting voor de loop van de ankerketting en het speciale anker. De folder sprak van 44 m2  zeil, 7 ton waterverplaatsing en dat de Dartsailer zich gemakkelijk vrij zeilt van lager wal. Ons leek het dat het verblijfscomfort aan boord groot was en de diepgang beperkt, beide noodzakelijk voor lange Friese vakanties. Natuurlijk hing er aan dit alles nog een prijskaartje maar eerst was er de bewondering.

Na enige tijd Holland Boot Company aan de telefoon: Of we iets voelden voor een proefvaart, natuurlijk vrijblijvend. Het laatste was zeker essentieel: Een voorzichtige Fries laat zich niet zomaar inpakken! Via de werf in Hardinxveld -Giessendam op naar Sleeuwijk voor de eerste stappen op een drijvende Dartsailer. Er staat niet zo veel wind op de Merwede en het zeilen verloopt weinig spectaculair maar het zware en degelijk gebouwde schip maakt beslist indruk. De bezichtiging van de werf is de moeite waard: Er wordt gewerkt aan 3 achter elkaar geplaatste boten, de geboorde gaten in het onderwaterschip laten zien hoe dik de huid ter plaatse is. De betimmering geschiedt door complete modules in de romp te plaatsen. Het zo veelvuldig gebruik van tapbouten baart enige zorg; dat werd ooit eens door een leraar werktuigbouwkunde afgeraden. Maar ja, het werkt kostenbesparend.

Ergens staat een rijtje Perkins motoren klaar en wordt de keuze van de indirecte koeling en de werking van de natte uitlaat uitgelegd. Het is fascinerend de klaarliggende onderdelen voor meerdere schepen in het magazijn te zien. Bij het afsluitende gesprek bekruipt de schipper het gevoel dat hij best de eigenaar van zo’n Dartsailer zou willen worden maar dat er nog een financieel probleempje is. Het geschonken borreltje neemt dat probleem niet direct weg maar HBC komt ons een eindje tegemoet: De 4 jaar oude, maar nieuw gekochte Krammer kan worden ingeruild tegen een vaste prijs. Maar ook met die geste moet in huize Boersma nog creatief worden nagedacht. Dus afscheid met: We bellen nog!

Halverwege de 70er jaren  was het een tijd van prijsstijgingen; huizen en boten werden snel duurder. Dit kwam ons al goed uit bij de inruil van de Krammer en snel bleek dat de hypotheek op het huis kon worden verhoogd. Door de bevredigende optelsom van een aantal bedragen werd het varen in een Dartsailer opeens een reële mogelijkheid. Van der Meijden is welkom als hij opbelt en voorstelt in Zoetermeer langs te komen. Dan is het 21 april 1976.

De lijst van extra’s blijft beperkt: een strijkinrichting en de daarbij horende ankerlier met ketting: een investering om kraankosten te verminderen. Verder wordt het een standaardschip van dat moment met langsbanken in de kajuit, roostervloer in de kuip, lichtbakken op het stuurhuisdak, houten berghout en de hydraulische stuurinrichting gecombineerd met een helmstok direct op het roer. Alleen de groene kleur van de wandbekleding wordt door de kapiteinse resoluut afgewezen, het wordt bruin, een zeer gangbare kleur van dat moment die het goed zou doen bij de lichte eiken betimmering. De levertijd wordt  augustus en we kunnen nog met de in te ruilen Krammer op vakantie.

Na de zomervakantie begint het te kriebelen. Het was in het file-loze tijdperk best mogelijk in de vrijdag-namiddag nog even van de TU Delft naar Hardinxveld te rijden en de vorderingen van de bouw te volgen. Dit bleek een goed idee want bij één van de bezoekjes bleek de kajuit ten onrechte toch wel erg groen. De werf vond het lostrekken van de ongewenste bekleding geen goede oplossing en we moesten een paar schepen “doorschuiven”. Ook was het uitgezochte bruin niet meer leverbaar. Dat betekende een uurtje zoeken bij de Hardinxveldse woninginrichter wat onze hond dermate lang vond duren dat hij één van de rollen maar voor boomstam aanzag.

Door dit gedoe met de bekleding schuift de levering wel een ruime maand op. Wel weet ik alvast een afdruk te bemachtigen van het originele zeilplan d.d. 7-11-‘73 en getekend door “Willem”.

Dan komt de proefvaart vanaf de HBC -loods aan het watertje “De Peulen” in zicht en daar is de toekomstige schipper natuurlijk als de kippen bij. Er gaan nog al wat technische lieden o.a. van Perkins mee en na het starten van de motor is het probleem van het brandende lampje op het dashboard dan ook in no time verholpen. Via de sluis de Merwede op waar alles perfect verloopt. Na terugkomst wordt de mast aan boord gebracht, overeind gezet, de verstaging op maat geknipt en de terminals aangewalst. Het wordt een echt schip! Nog een paar dagen en de “Christina”, getuige de bladgouden letters op de naamplanken, ligt ‘s ochtends gepoetst klaar om door zijn bemanning te worden meegenomen. Met een prachtig bloemstuk  verwelkomt Holland Boat Company ons in de kajuit en wenst schip en zijn bemanning een behouden vaart.

Enkele documenten uit ons archief van de CHRISTINA: